Tag Archives: onderwijsvernieuwing

Richting een 21st eeuws curriculum

Veel opleidingen binnen het Nederlandse onderwijs verschuiven hun curriculum richting de 21st eeuw. Zij moeten wel,  want de student van de 21st eeuw is niet gebaat bij een onderwijs methode die stamt uit de 18e eeuw. Om klaar te zijn voor het onderwijs in de 21st eeuw moet er gekeken worden naar de ruimte die er is binnen het onderwijs. Niet alleen naar de fysieke ruimte, de wereld is veel groter dan het klaslokaal alleen, maar ook naar de ruimte die er is binnen de inhoud van het onderwijs.  Het curriculum van een opleiding; klaar voor de 21st eeuw. Op het moment dat ik op een mooie zaterdagochtend hierover dacht (omdat ik er midden in zit) ontstonden er veel vragen. Op sommige vragen kon ik een antwoord vinden, maar veel vragen zullen ook in deze blog onbeantwoord blijven. En dat vind ik niet erg. Voor onderwijsvernieuwing is geen kant en klaar recept verkrijgbaar en daarom is het ook zo leuk

Om te komen tot een 21st eeuws curriculum is het niet mogelijk elke les elke periode te veranderen. Dit is niet alleen niet mogelijk, maar het is ook onwenselijk. Wel is het belangrijk dat de grote lijnen van een opleiding aan een kritische review worden blootgesteld. Er moet binnen elk vak gekeken worden welke inhoud over-datum is of gewoon weg niet belangrijk (meer). Daarvoor zullen er keuzes gemaakt moeten worden; welke onderwerpen zijn voor onze studenten belangrijk bij de uitvoering van hun toekomstige beroep en welke onderwerpen zijn dat niet. Hiervoor is in dialoog gaan met elkaar erg belangrijk.

Binnen een team moet een open communicatie mogelijk zijn. Mensen moeten van hun eilandje af durven komen en met elkaar in gesprek gaan over wat nu werkelijk van belang is. Een 21st eeuws curriculum wordt vaak geformuleerd als project onderwijs. Dit vooral omdat project onderwijs interdisciplinair is opgebouwd en omdat de studenten 21st eeuwse vaardigheden kunnen/moeten  gebruiken om tot een goed einde van een project te komen. De projecten binnen het curriculum moeten dan wel een rijke en natuurlijke inhoud hebben. Liefst zo authentiek mogelijk en in samenwerking met opdrachtgevers vanuit de beroepspraktijk. Daarnaast is er de vraag; Op welke wijze kunnen de studenten gebruik maken van de kennis die er buiten de muren van de school aanwezig is? Hoe kan een curriculum de innovaties die er binnen het beroep zijn verwerken zonder direct als geheel te moeten veranderen? Zelfsturing is eveneens een 21st eeuwse vaardigheid die in het kader van Levenslang leren bij de studenten aanwezig moet zijn. En hoe kunnen wij deze vaardigheid binnen de inhoud van ons onderwijs stimuleren en gebruiken?

Met interdisciplinaire samenwerking wordt niet alleen bedoeld dat de docenten op de hoogte zijn van de inhoud van elkaars cursussen. Het gaat veel verder dan dat. Docenten kunnen ook van elkaar veel leren. Waarom zou een vak als wiskunde niet op dezelfde manier gedoceerd kunnen worden als een taal, tenslotte is de kennis van wiskunde in hoge mate gebaseerd op taalkundige aspecten en is de student het best gebaat bij een doorlopende leerlijn wiskundige vaardigheden. (Denk daar maar eens over na J )

En waarom heeft een vak als Kunst geen vaste plaats binnen elke opleiding van het HBO. Creatief denken is een 21st eeuwse vaardigheid die iedere student zou moeten ontwikkelen. Alleen met creatief denken kan een student in zijn latere beroepspraktijk komen tot innovatieve ideeën en ontwerpen. Zeker binnen de technische beroepen is hier grote behoefte aan.

Maar om alles tot een goed einde te brengen is het belangrijk dat er rekening gehouden wordt met twee basisprincipes van een goed curriculum; ten eerste de vorm van het onderwijs volgt altijd op de functie (en niet andersom), en ten tweede het geheel is een optelsom van de verschillende delen.

Tot zover de ruimte binnen de inhoud van het curriculum, maar hoe is het gesteld met de fysieke ruimte. Hoe moet het onderwijs georganiseerd worden om te komen tot een 21st eeuws curriculum.  Ook nu moeten de traditionele roosters losgelaten worden en de vragen die de docenten zich moeten durven stellen zijn: Welk rooster past het best bij de taak? En welk rooster hebben mijn studenten nodig om de taak uit te voeren? De grote vraag hier achter is moeten wij ons houden aan de lesuren die gegeven zijn of zijn er lestijden die voor de studenten tot een beter resultaat leiden?

Maar in de 21st eeuw komt daar nog een vraag bij. Moeten wij gebruik maken van de ruimte en tijd die de binnen de muren van de instelling aanwezig zijn. Of kunnen we ook gebruik maken van virtuele ruimten buiten de tijd die de student doorbrengt binnen de instelling.

Voor deze zaterdagochtend waren dat genoeg vragen. Er blijven nog een paar vragen die in mijn hoofd zitten. Zoals de indeling in jaar groepen die we nu vaak hanteren. Is dat de beste vorm of alleen de handigste vorm?